Het is 1731 als koopman Coenradus Karveel met zijn handelsschip de laatste nacht van zijn terugreis in gaat. Met de 43-koppige bemanning hebben zij een barre tocht doorstaan en diverse specerijen en handelswaren meegenomen uit het huidige Azië. Na het verlies van een aantal bemanningsleden aan scheurbuik en cholera is het eindpunt van de lange reis in zicht als het noodlot genadeloos toeslaat.
Het handelsschip “Karveel” komt in de Zuiderzee terecht in een storm en slaat kapot op een zandbank. Van de op dat moment 34 bemanningsleden overleven slechts 3 mannen de ramp, waaronder koopman Coenradus zelf. Het schip is verloren net als haar lading aan specerijen en andere handelswaren. Als enige weet Coenradus van de waardevolle voorwerpen die zijn meegesmokkeld tussen de specerijen.
Helaas krijgt hij nooit de kans op zoek te gaan naar deze “schat”. Hij besluit de informatie te versleutelen in diverse raadsels en een codewoord die de plaats van het scheepswrak aanduiden. Tot op heden heeft nog niemand de nautische raadsels kunnen kraken waarmee het mysterie nog steeds onopgelost is….
Bronvermelding: uit het dagboek van Coenradus Karveel
De deelnemers gaan op pad met GPS en een mobiele telefoon waarmee ze het gebied rondom Bataviawerf, Bataviastad en Bataviahaven gaan uitkammen. Uit geografisch onderzoek is gebleken dat handelsschip “Karveel” ergens in dit gebied zou moeten liggen. Middels diverse nautische raadsels en vragen kunnen de deelnemers het codewoord achterhalen. Is het woord gevonden dan lijkt de vindpaats van het scheepswrak niet ver weg.